Ik las laatst ergens dat de #metoo campagne begon met de onthullingen over Harvey Weinstein. Wat mij betreft begon het in Nederland een paar weken eerder, in het interview dat Griet Opdenbeeck gaf in De Wereld Draait Door en waarin seksueel misbruik in haar jeugd ter sprake kwam. Daar, bij Griet, begon mijn ongemak. Een schurend, onbestemd gevoel als kruimels onbeweeglijke kurk, net onder mijn maag en daarboven een benepen gevoel in mijn borst, alsof mijn hart in een glazen potje zit en niet voluit kan in- en uitstromen.

Wat was het toch? Die benauwdheid? Het had iets te maken met de heftigheid, sensatie en dualiteit in de berichten op tv en social media. In de bekentenissen en onthullingen staat 2-dimensionaliteit voorop. Ik lees feiten, een verhaal, er is een dader, geheimzinnigheid daarover, vervolgens strategische keuzes, bewijslast, maatregelen. Mensen die er nu wel over zijn uitgepraat wat weer wordt afgekeurd door anderen. Grote nieuwe verhalen die uit de kast komen en veroordelende, denigrerende reacties die daarop volgen. Bas Heijne zag ik in DWDD vertellen dat hij weigert om op de stoel van rechter te gaan zitten. Hij raakte de juiste snaar bij mij. Dát was het. De tweespalt die ontstaat, je bent dader of slachtoffer, het is goed of fout, het oordeel daarover, dat kan en dat wil ik niet geven.

Terug naar het glazen potje met mijn hart en de kurk in mijn buik. Ik begon er wat van te begrijpen, het ongemak, het stroeve en het krappe, ik was namelijk allebei. Dader en slachtoffer. Schuld en schaamte. En ik kan niet mijn eigen rechter zijn. Ik was het zelf én helemaal. Met alcohol. In mijn trainingen zit de vraag waar in je leven je anderen of jezelf hebt gebruuskeerd onder invloed van alcohol. Dat kan van alles zijn, zoals ruzie zoeken, rijden onder invloed of onverantwoordelijk veel alcohol drinken terwijl de kinderen boven liggen te slapen en je partner weg is. Mijn persoonlijke antwoord op deze vraag is: het gebeurde dat ik met een man mee naar huis ging waar we seks hadden. Meestal had ik spijt daarvan, want het bracht niet wat ik echt verlangde: intimiteit en liefheid.

Onder invloed van alcohol vervagen grenzen. Dat is één van de redenen waarom we alcohol drinken, de scherpe kantjes gaan er af. Dat voelt soms lekker en doet ook andere dingen. Wat mij betreft is het grootste nadeel van alcohol drinken dat het mijn innerlijk kompas vertroebeld, daar waar ik de waarachtigheid, juistheid en oprechtheid in en van mijzelf kan waarnemen. Daar waar ik weet: dit klopt. Daarnaast is een nadeel van alcohol dat het me sloppy maakt, slordig. Soms was mijn kompas er nog wel maar koos ik toch voor de weg van de minste weerstand, deed geen moeite om daar naar te handelen, reptielenbrein en primaire behoeften namen het over. Dat is wat alcohol doet: het lamleggen van bewustzijn, de meest fijngevoelige en ontwikkelde delen van de hersenen eerst. Zowel in het zien, als in het handelen werd ik blurry en lui. Hoe meer alcohol, hoe troebeler.

In de #metoo verhalen wordt soms door daders gezegd: we waren gewoon dronken. Het klinkt als een excuus. Dat is het niet. Wél is het een werkzaamheid die te erkennen valt. Dat alcohol inwerkt op het vermogen je integriteit en waardigheid te waarborgen. Bij dader én slachtoffer. En dat kan pijnlijk zijn, bitter, beschamend of grievend.

Het nachtleven, onder invloed van middelen, is een stap in de onderwereld, de schaduwkant. En dat is ook juist wat het zo aantrekkelijk maakt, zo'n thrill geeft. Onderdompelen in broeierige duisternis, bewegende schimmen in gekleurd licht, ronkende bassen, flarden van gesprekken, leven uit je onderbuik. Dat ik me verkracht voelde in een vreemd bed waar ik dronken in lag kon ik niet de man alleen verwijten. Meegaan met iemand naar huis is een entreekaartje om te neuken, zo was het nou eenmaal. Het was mijn verlangen om samen te slapen, te strelen en vastgehouden te worden, maar onder invloed van alcohol wordt de mens grofstoffelijker. Ik zei "nee, dat niet". Hij nam me toch, met geweld. De week daarop, toen ik hem in de club weer tegenkwam en hem daar met een schuin, vilein lachje zag staan, goot ik een glas bier over zijn hoofd. Ik kreeg er direct één terug. Onze ervaring was daarmee doordrenkt van en gedoopt in alcohol, letterlijk.

Met alcohol wordt het lastiger om in jezelf waar te nemen, moeilijker om te voelen wat je echt wilt, laat staan daar over te communiceren of naar te handelen. De driften en verlangens uit het onderbewuste, de schaduw, nemen het over en contact met een ander gaat niet altijd meer over wat je hart zou willen. Dat heeft aantrekkelijke kanten en daarmee loop je risico’s.

Het is trouwens niet waar. Er is geen vrijkaartje voor inbreuk op iemands lichamelijke integriteit, ook al ben je beneveld en ben je zelf in iemands bed gestapt. Zélfs dan niet. En … ik was er zelf bij en voel me mede verantwoordelijk voor de situatie waarin ik mijzelf heb gebracht. Het was eenzaam en naar, ik heb me er voor geschaamd en het is iets waar ik op terug kan kijken als een uitspatting die hoort bij de tijd dat ik dronk. Door schade en schande wijs geworden.

Trouw zijn aan mijzelf, zoveel mogelijk de waarachtigheid van mijn hart leven. Dát is waarom ik niet meer drink. Daaraan ben ik toegewijd. Die erkenning doet het glazen potje breken. Mijn hart krijgt weer ruimte, stroomt vol en vrij.

Ook klaar met alcohol? Voor meer informatie ga naar de Training.