Bijna dagelijks is het in het nieuws: het drankgebruik van jongeren. Het loopt de spuigaten uit en het moet anders. Dus kwamen er wetten. Met als gevolg dat politiek en horeca zich druk maken over de handhaving daarvan en elkaar slaan en schoppen. In plaats van de jongeren. Het tragische is dat het helemaal niet over jongeren gaat. En niet op te lossen is met wetten. Het gaat om de hedendaagse beschaving. Die is ver-alcoholiseerd. Als er iets te vieren is, of te rouwen, komt er drank op tafel. Als we voetbal kijken, of inspiratie zoeken, of thuiskomen na een dag hard werken, hoort een drankje er bij. Het is beschaafd, ook de ministers tijdens de top drinken een glaasje wijn bij de lunch. ‘Een lekker glaasje wijn bij het eten’ is gewoon gezellig. Bovendien goed voor je.

Dit is wat de jongeren van nu hun hele leven hebben gezien. En dan vinden wij het gek dat ze veel drinken! Ze wachten hun hele leven tot het moment dat zij ook eindelijk mee mogen doen. En ze hebben een boel in te halen. Ze hebben er ein-de-lijk recht op. En weet je wat de crux is? Dat vinden de volwassenen eigenlijk ook. Dat ze er recht op hebben. De burgemeester, de leden van Horeca Nederland, de brouwers, de ouders, de leraren, de hulpverleners, de handhavers op straat. Zij zijn zelf te verknocht aan hun biertje, hun glaasje wijn, hun malt whisky. En vinden eigenlijk ook dat het er gewoon bij hoort; dat je dat anderen niet mag ontzeggen. Want zeg nou zelf: uitgaan zonder alcohol kan toch niet leuk zijn? In de voetbalkantine tussen je team staan met een colaatje, dat kan je iemand toch niet aan doen? Eten in een sterrenrestaurant zonder wijnarrangement is toch zonde van het geld?

Dát zijn de beelden die leven. Die we, dankzij de uitgekiende drankreclames, zijn gaan geloven en die ons beheersen. We leven in een veralcoholiseerde beschaving. En het wordt tijd dat het individu zijn eigen beelden gaat vinden en leven.